De boodschap van boosheid

Voeg een

De boodschap van boosheid 

Stampvoetend staat Marlous in de gang, ze is woest! Ze heeft haar dag niet vandaag, alles zit tegen: toen ze opstond
waren haar lievelingssokken zoek (later gevonden), aan het ontbijt was de hagelslag op, haar lunchtrommel was niet
schoon, (ze had hem gisteren niet in de vaatwasser gezet) en toen ze naar school wilde was haar band lek, nou ja zeg!
Zo ontstaat bij Marlous een vulkaan van boosheid die zich opstapelt en tot ontploffing komt: ze schreeuwt, huilt,
en slaat met de deur.
Herkenbaar? Dan hebben we het alleen nog maar over het gedrag dat we aan de buitenkant zien.
Want Marlous was vol goede moed opgestaan en wilde er een fijne dag van maken. Dat lukte dus echt niet.
Ze was teleurgesteld in zichzelf want ze had vergeten waar ze haar lievelingssokken had neergelegd, ze had haar
broodtrommel niet ingeleverd en, nou ja, toen ze zo tekeer ging hadden anderen last van haar gedrag,
stelde ze haar omgeving teleur. Ze wilde dit niet!
De moeder van Marlous begreep haar teleurgestelde kind, benoemde wat ze zag en vroeg om een knuffel.
Toen Marlous weer rustig was heeft mama haar naar school gebracht en zo kwam de dag nog een beetje goed.
Een beetje? Ja want Marlous heeft sorry gezegd tegen mama. Maar wat veel kinderen niet weten is dat ze vergeten
is ook sorry te zeggen tegen zichzelf. Ze stelde zichzelf teleur door haar gedrag. Ze moet het dus eigenlijk ook goed
maken met zichzelf, wetend dat ze aan het leren is en dat fouten daarbij horen. Dat is niet altijd even fijn maar wel
de realiteit van het leven. Die vergevende houding dempt haar vulkaan van boosheid, smeulende resten worden
hierdoor opgeruimd. Kinderen willen erbij horen en voelen afstand op het moment dat ze in de fout gaan.
Ze willen zo graag aan de (in hun ogen) gestelde verwachtingen voldoen en leggen de lat vaak erg hoog voor zichzelf.
Basis om op een gespannen voet met jezelf te leven. Veel volwassenen herkennen dit.
Wat leven we als volwassenen voor?
Kinderen overkomt boosheid, het is er plotseling en overvalt hen als een golf van de zee.
Ze voelen instabiliteit tot in hun basis. Maar wat wil die boosheid hen vertellen, want onder dit gedrag speelt er van alles:

-verdriet:                              er is iemand ziek
-teleurstelling:                     de speelafspraak is afgezegd.
-plotselinge verandering:  een mooie vaas is gevallen.
-geen overzicht:                  wat moet ik doen, hoe?
-pijn:                                      gevallen doordat een ander per ongeluk duwde.
-pesten:                                er wordt bewust ontrecht aangedaan

Boosheid kun je zien door boze ogen, gebalde vuisten en het is ook te  horen. Boosheid voelt naar, en geeft een gevoel
van onmacht, hulpeloosheid. Door boosheid wil het kind vaak de controle terugkrijgen. Boosheid is echter ook een
goede emotie want boosheid wil ons iets vertellen: Met boosheid kan je een grens aangeven, ho, stop, dit wil ik niet, niet zo! 
Boosheid is ook een kans om even in te checken bij jezelf: wat voel je, wat doe je?
Door boosheid kan de brug naar de ander geblokkeerd worden. De belangrijkste oplossing is:
zeggen wat er onder de boosheid zit. Zo ontstaat er een brug naar de ander.
Als dit op tijd gebeurt hoeft de vulkaan niet te ontploffen, en is er een kraantje aan de zijkant van de vulkaan gekomen
waardoor de irritatie weg kan vloeien.
Wanneer kinderen leren wat de oorzaak van boosheid is, kunnen ze hun gedrag leren begrijpen en samen met hun ouder zoeken
naar oplossingen voor een volgende keer.

Tip1 : Maak samen met je kind een keuzewiel over de oorzaken van boosheid.
          Als het zover is kan je kind aanwijzen wat er speelt. Dan zijn er geen woorden nodig, handig.
Tip 2: Verken samen met je kind wat het kind kan doen als het boos is: rondje rennen door de tuin, stuiteren met de bal,
           naar zijn kamer gaan (is geen strafkamer maar een fijne ruimte om bij te komen), muziekje luisteren of bijv. even lezen.
           Is je kind boos? Loop dan samen even naar het keuzewiel en jouw kind kiest (niet jij).
           Zo blijft je kind de eigenaar van het probleem maar ook van de oplossing, een stevige basis na zo’n vervelende ervaring.
Tip 3: Ga na een afgesproken tijd met elkaar praten: wat gebeurde er, hoe voelde jouw kind zich, wat was het gevolg?
Geef als ouder ook eens een eigen voorbeeld.

Zo lopen jullie door de boodschap van boosheid over de brug van verbinding en kunnen jullie samen weer verder.

 

Fri, 03 June

Zelfvertrouwen en het effect op de realiteit

 

(Leestijd 5 min.)

Zelfvertrouwen is als een bril waardoor je naar de werkelijkheid kijkt. Als je de realiteit met de bril van veel zelfvertrouwen bekijkt, kijk je door een heldere ongekleurde lens en zie je bruikbare emoties, het zijn geen goede of slechte emoties, ze zijn niet vervormd. Hierdoor kun je helder kijken naar de feiten en er passend op reageren.

Als je de realiteit met de bril van weinig zelfvertrouwen of onecht zelfvertrouwen bekijkt, is het alsof je door een beschadigde of beslagen lens kijkt en dan zie je vervormde en verwarde emoties. Hierdoor kun je niet goed kijken naar de feiten en onderneem je de verkeerde acties.
Beslissingen die dan genomen worden, zijn bijna nooit passend en productief.
Zelfvertrouwen is belangrijk om verkeerde interpretaties van de werkelijkheid te voorkomen en om de juiste passende acties te ondernemen (Spevak & Karinch, 2006).

 

Het zelfbewustzijn en het zelfvertrouwen ontwikkelen zich gaandeweg door de interactie met de omgeving. Een houding van onderpresteren komt voor op alle intelligentieniveaus. Onderwijs richt zich op de cognitieve ontwikkeling van kinderen. Dat is maar 10% van de ontwikkeling van kinderen, waar bijvoorbeeld ook de Cito-toets zich op richt. Het is juist van belang om kinderen te leren spelen en daarbij verwondering te laten ervaren. Ze moeten leren om relaties aan te gaan, aldus Paul de Blot, want dat is voor 30% van belang voor de ontwikkeling van kinderen. De overige 60% staat volgens hem voor de zijnskracht, de zelfverwerkelijking (Goris, 2015).
Bij zijnskracht gaat het om wie je bent, wie je kan zijn in jouw omgeving. Bij zelfverwerkelijking ligt de aandacht bij het realiseren van jouw houding in de wereld waarin je acteert. Wanneer inspanning bij het volbrengen van een taak achterwege blijft, kan dit uiteindelijk een negatief zelfbeeld opleveren. Zelfvertrouwen ontwikkelt zich door het worstelen met een taak en door de ontdekking dat wat onmogelijk leek, toch overwonnen kan worden (Rimm, 2008). Bij een Onderpresteerder kan het zelfvertrouwen laag zijn, waardoor hij zich niet geaccepteerd voelt.

Tijdens de tekenles geeft de leerkracht een creatieve opdracht: teken een vervoermiddel uit 2040. Yalen heeft tijdens het luisteren al speciale effecten bedacht en in gedachten ook al helemaal uitgewerkt. De gemaakte locomotief is van lichtmateriaal en kan zowel op rails als over het water rijden. Die rijdt wel op speciale brandstof.

Yalen heeft prachtige ideeën, maar na een kwartier zijn er twee tekeningen verfrommeld. Iedereen is druk bezig en de frustratie neemt toe. De leerkracht ziet dat het Yalen nog niet lukt en helpt een handje door Yalen’s ideeën op papier te schetsen. Yalen waardeert die hulp wel, maar wat de leerkracht schetst haalt het niet bij het gedachtebeeld. Dit voelt echt als een drama, waardoor de blokkade nog verder toeneemt.

Bij het bedenken van iets nieuws is er een fase van uitproberen en opnieuw beginnen. Het is de kunst als leerkracht, docent en ook als ouder, om kinderen dit proces te gunnen. Ze leren immers ook van die frustratie. Samen met de kinderen kunnen er mogelijke oplossingen verkend worden. Maar bied hen daarbij uitzicht en doorzicht om tot een passende oplossing te komen.
Onderpresteerders kunnen de lat voor zichzelf zo hoog leggen, dat het resultaat altijd onder de door hen gestelde maat ligt. Zo falen ze bij vrijwel elke poging om iets te bereiken. Dat werkt erg demotiverend.  Wanneer volwassenen dan ook nog eens alleen het eindproduct van de inspanning prijzen en niet de inspanning zelf, wordt het nog erger. Kinderen meten zich daardoor alleen af aan het resultaat. Het gevolg is dat ze zich steeds minder gaan inspannen om een goed resultaat te bereiken.
Meer weten? Lees verder in het boek:
Ik kan het zelf Inzoomen op onderpresteren van Annet Atsma en Anja de Groot, uitg. Garant . Illustratie: Liesbeth van Schaik

Op commando?

Positive Discipline oudercursus

Wed, 14 April

Zomer 2020

Op reis naar jezelf

Mon, 06 July

Maar wie ben je dan?

Zoek je weg in deze wereld.

Thu, 06 February